RONDOM LANDGOED WELLENSEIND
Omgeving Lage Mierde - Esbeek 19 KM

© L.A.W.V.VIA-VIA
Esbeek - Kunstwerk “De Verbinding” van Hannes Verhoeven

Vertrekpunt
Afstand
Korte karakteristiek







Ontmoetingscentrum Voor Anker, Dunsedijk 3a, 5094 BA Lage Mierde
Ongeveer 19 KM
Deze rondwandeling in de omgeving van Lage Mierde en Esbeek vertrekt vanaf de parkeerplaats bij Ontmoetingscentrum Voor Anker van Landgoed Wellenseind en gaat via Lage Mierde langs de Wellenseindsche Heide door Landgoed De Utrechts. We passeren de Natuurbegraafplaats en volgen dan deels de Andreas Schotel route naar Esbeek. Hier steken we de N269 over en wandelen door het buurtschap Groenstraat richting Golfterrein Midden-Brabant. Zo komen we in de omgeving van Herberg “In den Bockenreyder”. Van hier is het nog 2 kilometer naar het eindpunt, waar we bij Ontmoetingscentrum Voor Anker gestart zijn.

ROUTEBESCHRIJVING

Deze rondwandeling vertrekt even buiten Lage Mierde vanaf het Ontmoetingscentrum Voor Anker van Landgoed Wellenseind. We verlaten de parkeerplaats naar de Dunsedijk wandelen even naar rechts om dan meteen opnieuw naar rechts op het graspad de groengele markering langs de sloot te volgen. De route gaat naar links langs het beekje van de Raamloop voorbij aan een stuw tot we op de verharding uitkomen en naar rechts wandelen. Aangekomen bij de rotonde op de Kempenbaan, de N269, steken we over en arriveren door de Bernardusweg in het centrum van Lage Mierde. In de bocht een voetpad leidt ons langs de zijgevel van de R.K. parochiekerk St. Stephanus en we komen uit in de Draaiboom en rechts aan het Dorpsplein.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Lage Mierde - Langs de Raamloop
De geschiedenis van de St. Stephanuskerk gaat ver terug. De oude kerk dateert uit het einde van de 15de eeuw, maar is na de 80-jarige Oorlog van 1648 tot 1803 niet in gebruik. De katholieken maken dan gebruik van een schuurkerk. In 1803 krijgen de gelovigen van Lage Mierde onder Pastoor Scheij hun in vervallen staat verkerende kerk terug, die daarna een aantal malen is hersteld. Het voornaamste hiervan overgebleven gedeelte is de toren, die in het begin van de vorige eeuw stomp en met een lage kap gedekt is. Aan deze omstandigheid heeft hij vroeger zijn spotnaam van "peperbus" te wijten. En in 1869 ondergaat de driebeukige kruiskerk een belangrijke restauratie. Het betreft hier onder andere herstel van het bovenlicht, verfraaiing van pilaren en gewelven terwijl er ook nog nieuwe kerkramen en andere versieringen worden aangebracht. Het is Pastoor Timmer die in 1912 een uitbouw van de kerk met een dwarsbeuk en een nieuw priesterkoor laat realiseren door Architect Jacobus van Gils (1865-1919). Met die uitbreiding krijgt de kerk ook een torenspits en nog wel een met een "lantaarn", die echter in 1935 weer is verwijderd. De toren bestaat uit drie geledingen met een links aangebouwde traptoren en hij heeft steunberen op de hoeken. De voorkant wordt door een hele collectie ijzeren ankers ontsierd en het geheel maakt een enigszins plompe indruk. In de van galmgaten voorziene toren hangt een klok, die in 1519 door William Moer is gegoten. Voor de kerk bevindt zich een grafkruis uit 1628 en in de kerk is een doopvont uit de 14e eeuw.

Naar rechts staan we aan het Dorpsplein, waar de paardensculptuur van de uit het Limburgse Tegelen afkomstige beeldhouwer Harry Storms een centrale plaats inneemt in het centrum van Lage Mierde. De geschiedenis van het huidige Lage Mierde gaat terug tot voor onze jaartelling zoals bewijzen van bewoning doen vermoeden. Samen met het nabijgelegen Hooge Mierde vormt Lage Mierde al vóór 1201 één parochie, waarvan het patronaatsrecht toebehoort aan de Norbertijner Abdij van Floreffe. Nadat het tiendrecht van de Mierden in 1212 uit de handen van Dirk II van Altena (1182-1242) aan de Abdij van Averbode is overgegaan, ontstaat tussen de beide abdijen een conflict. In 1298 komt het gebied onder de invloed van de Hertogen van Brabant en wordt in 1331 verkocht aan de bewoners van De Mierden als een hertogsdorp. Als in 1520 de parochies Lage en Hooge Mierde worden gesplitst, komt het patronaatsrecht van Lage Mierde aan de Abdij van Floreffe, die het patronaatsrecht op 5 mei 1682 overdraagt aan de Abdij van Postel en dit blijft zo tot 1835, waarna de pastoor door het Bisdom 's Hertogenbosch werd benoemd. Lage Mierde behoort dan bij het Kwartier van Oisterwijk van de Meierij van 's Hertogenbosch.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Lage Mierde - Over de Hoogeweg
De Gemeente Lage en Hooge Mierde ontstaat in de Napoleontische tijd, maar beschikt al over een eigen raadskamer met een schepenbank vanaf de 18e eeuw. In 1997 wordt in het kader van de gemeentelijke herindeling van Noord-Brabant de gemeente opgeheven en ingedeeld in de nieuwgevormde gemeente Reusel-De Mierden. Een belangrijk historisch feit voor het dorp is het verkopen van grond in het jaar 1898 aan de levensverzekeringsmaatschappij De Utrecht, die het gekochte gebied ten noorden en ten westen van het dorp planmatig ontgint en bebost, wat resulteert in het nog steeds bestaande Landgoed de Utrecht. Een ander opmerkelijke gebeurtenis is de aanwezigheid in de jaren na 1948 van een net buiten Lage Mierde gelegen opvangkamp voor achttien gezinnen van KNIL-militairen uit het voormalig Nederlands-Indië. Na 1963 vertrekken de Molukkers en een van de kampgebouwen is tegenwoordig in het Nederlands Openluchtmuseum te Arnhem herbouwd.

Op het Dorpsplein bij KNP47 steken we recht over en wandelen door de Ganzepoen, Poppelaar, Ronkert en Zandhorst tot we de bebouwing achter ons laten. Naar rechts vervolgen we de route over de Hoogeweg, die na de laatste huizen overgaat in een breed zandpad. We zijn hier in het beekdal van de Reusel, die hier nog gekanaliseerd door het gebied stroomt. We komen uit op het asfalt van de Buitenman en slaan linksaf. We steken bij het bruggetje de Reusel over en bereiken voorbij KNP41 Camping De Hertenwei. Langs de omheining wandelen we tot in de bocht naar links en gaan hier bij KNP40 even rechtdoor tot waar de omheining van de camping naar rechts afbuigt. We slaan hier ook rechtsaf achter de sluitboom de Bossingel in. We wandelen dit onverharde pad helemaal uit tot op de T-splitsing en gaan daar naar links. Even verderop op het kruispunt van bospaden gaan we rechtsaf en komen nu in het westelijk deel van Landgoed De Utrecht.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Natuurbegraafplaats Landgoed De Utrecht
Het is de toenmalige Levensverzekeringsmaatschappij De Utrecht, die in 1898 het heidegebied van 2700 hectare tussen Esbeek en Lage Mierde aankoopt als ontginningsgebied. De woeste grond wordt ontgonnen door er bos op te planten en boerderijen te stichten. De monumentale brandtoren met houtvesterwoning uit 1905 herinnert nog aan deze tijd. Later krijgt het landgoed ook de functie van recreatieterrein. In het voorjaar van 1922 bouwde de levensverzekeringsmaatschappij op het landgoed een vakantiehuis met de toepasselijke naam Rustoord. Het personeel van de verzekeringsmaatschappij kon hier de vakantie doorbrengen en genieten van de natuur op het landgoed. Levensverzekeringsmaatschappij De Utrecht is later AMEV Levensverzekeringsmaatschappij NV geworden en vormt dan een onderdeel van het Nederlands-Belgische Fortis concern. Het Landgoed nu onderdeel van ASR, dat nog steeds het landgoed in beheer heeft.

We wandelen hier noordwaarts door het westelijk deel van het prachtige 2700 hectare grote Landgoed De Utrecht, dat hier relatief eenvormig is en deel uitmaakt van Boswachterij Tulder. Karakteristiek voor dit gebied is het onregelmatige raster van ontsluitingswegen en brandgangen waarbinnen percelen productiebos zijn aangelegd van afwisselend loof- en naaldbomen. Het snelgroeiend naaldhout werd in het verleden gebruikt als stutpalen in de mijnbouw. Het gebied wordt doorsneden door ontsluitingswegen met een laanbeplanting van beuk en eik. Zo steken we de lange Scheidijk over, die nu de gemeentegrens tussen Hilvarenbeek en Reusel-De Mierden vormt. De route voert ons over de Natuurbegraafplaats De Utrecht. We steken de Scheibaan en Prins Hendriklaan over. Dan voert het zandpad voorbij aan een opmerkelijke plek! Verscholen aan onze linkerzijde staat daarop een laag voetstuk een bijna twee meter hoge, granieten zuil in de vorm van een obelisk met de tekst: "Hanna Theresia Sissingh, Geboren 25 Juni 1907, Overleden. 22 maart 1910". Hier ligt begraven het dochtertje van Cornelius Jacobus Gerhard Sissingh, de eerste houtvester van Landgoed De Utrecht. Het kind is verdronken in de vijver achter de woning met uitkijktoren aan de Torenlaan en is hier in het bos begraven.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Broekeling - Sculptuur "De Baadster" van Hannes Verhoeven
Aan onze rechterzijde passeren we het Arnoldspark met arboretum, naar een ontwerp van de Twentse tuinarchitect Pieter Wattez (1871-1953), dat na WOII pas volledig gereedkomt. Midden in het arboretum ligt een ovaalvormige vijver van waaruit drie diagonaal aangelegde lanen uitstralen. Bijzonder in er de imposante laan met exotische sequoia’s of mammoetbomen. Op de noordzuid as heb je zicht op de brandtoren met houtvesterswoning. Daarnaast staat op de oostwest as het bijna zes meter hoge beeld “Ontmoeting met de meester´ van de beeldend kunstenaar Andreas Schotel (1896-1984), staande aan zijn ezel. Beeldhouwer Hannes Verhoeven heeft gekozen voor een realistisch portret en het nogal revolutionaire idee om het beeld in de typisch gekleurde trui van Schotel geheel polychroom uit te voeren. De sculptuur maakt onderdeel uit van de Andreas Schotelroute, die door dit deel van het landgoed verloopt.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Broekeling - Ets bijenstal uit collectie Andreas Schotel
Aangekomen op het kruispunt van paden bij KNP56 gaat onze route rechtuit, waarbij we naar rechts zicht hebben op de gebouwen bij de brandtoren en houtvesterswoning g (1903) van de architecten Jan Frederik Staal (1879-1940) en Alexander Kropholler (1881-1973). Langs de boerderij en picknickplek bereiken we KNP57, waar we linksaf slaan. We komen nu in het kleine unieke natuurgebiedje Broekeling, dat uit enkele vennen met een rijke plantengroei bestaat en waardoor de Hoogeindsche beek stroomt. Bij KNP16 gaan we rechtsaf. Gagelstruiken en berken bepalen het landschapsbeeld met daarin de sculptuur “Baadster in Broekeling” van Hannes Verhoeven. Het kunstwerk vindt zijn inspiratie in de etsen en aquarellen van Andreas Schotel waarin hij een badende vrouw uit in drie poses heeft afgebeeld. Om deze relatie te accentueren is er een ets van een zwemtafereel in de natuur op een ezel bij de beelden geplaatst.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Esbeek - Kunstwerk Hannes Verhoeven “Verroeste PK´S”
De route rondom het ven leidt ons over de Andreas Schotelroute naar KNP15 waar we op de Hoogeindsestraat oog in oog komen staan met opnieuw een levensechte sculptuur van Hannes Verhoeven met de titel “Verroeste PK´S”. Het beeldt uit de boer op het land aan het werk met zijn paarden ploeg, jarenlang een niet te wissen beeld in het Esbeekse landschap. Hij ploegde, egde, zaaide en maaide. De boer, zijn paard en het werktuig waren een drie eenheid, die een geoliede machine vormden. De beeldhouder heeft met zijn sculptuur de noeste werkkracht van de boer met zijn paard en ploeg als een verroeste machine willen vastleggen. We volgen naar rechts de Hoogeindsestraat met de bocht mee tot aan KNP58. Hier gaat de route naar rechts over het asfalt tot aan KNP49. Linksaf wandelen we nu over het zandpad Het Muggenstraatje. Waar na honderd meter het open landschap bepaald wordt door een reusachtige 8 meter hoge houten koe! Weer een kunstwerk aan de Andreas Schoteltroute naar een idee van Hannes Verhoeven en gerealiseerd door 50 vrijwilligers uit de Esbeekse gemeenschap. Het draagt de naam “De Melkfabriek” en geeft het contrast weer tussen de natuur en de opkomende industrie met een sterke link naar de tijd dat de mechanisatie steeds meer impact kreeg op het landschap, en naar de toekomst. In de tijd van de melkrobot is de koe is immers getransformeerd tot melkfabriek.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Esbeek - Kunstwerk “De Melkfabriek” naar idee van Hannes Verhoeven
We wandelen Het Muggenstraatje helemaal uit tot op de verharding van de Tuldensedijk. Hier gaan we rechtsaf en dan meteen naar links tot we na 200 meter op de T-splitsing komen met de Oude Trambaan. Rechtsaf gaat de route richting de bebouwing van Esbeek. Aan onze linkerzijde passeren we het kunstwerk “Zeeuwse boerinnen”, zoals Andreas Schotel deze boerinnen destijds in het Esbeekse landschap heeft gezien en in zijn etsen heeft vastgelegd. Ze zijn hier in beeld gebracht door Hannes Verhoeven. Deze “versteende” vrouwen roepen de herinnering op aan de Zeeuwse boerenfamilies, die voor de ontginning van Landgoed De Utrecht naar Esbeek zijn gekomen. Vooral de Zeeuwse boerinnen met hun bijzondere hoofdkapjes en hun zwart witte kleding zijn dan een bijzonder verschijning in de Esbeekse velden.

We komen nu in de kleine dorpskern van Esbeek, waar oorspronkelijk nakomelingen van de mensen wonen, die meer dan een eeuw geleden de heide ten zuiden van het dorp ontgonnen hebben. Waar de Oude Trambaan over gaat in de Dorpstraat worden we verrast door het beeld van een wachtend gezinnetje. Het kunstwerk “De Verbinding” van Hannes Verhoeven verwijst naar de halte aan de voormalige trambaan, die tussen 1907 en 1909 is aangelegd om de Kempen vanaf Tilburg via Esbeek naar het Belgische Poppel en Turnhout te ontsluiten. Er werden hoofdzakelijk post en bedevaartgangers naar het heiligdom van St. Cornelis in Esbeek vervoerd. In 1937 is die tramdienst opgeheven. Kunstenaar Hannes Verhoeven wil met deze introverte, kwetsbare portretten een sfeer van vervreemding oproepen en ze zonder voetstuk in het huidige straatbeeld zetten verwijzend naar Andreas Schotel voor wie de tram zijn verbinding met Rotterdam was.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Esbeek - Kunstwerk "Zeeuwsw boerinnen" van Hannes Verhoeven
We zijn nu in de Dorpstraat en passeren de aan de eredienst onttrokken parochiekerk H. Adrianus, gebouwd in 1937 op de fundamenten van de in 1889 gebouwd kerk naar een ontwerp van architect Hendriks uit Oss. Het is bouwpastoor Jurgens, zoon van een margarine-baron uit Oss, die in die tijd ook de verering van de H. Cornelius, patroon van het hoornvee en ook wel een boerenheilige genoemd, in gang zet. Het cultusobject waarmee de verering is begonnen, is een gepolychromeerd houten beeld van de H. Cornelius met als attributen de hoorn, de tiara en de staf. Maar de kerk bezat ook een reliek van St. Cornelius (botresten), die rond 1900 door pastoor Jurgens is verworven. Een pelgrimsstroom vooral vanuit Tilburg en Goirle komt op gang met als hoogtepunt 1952, met zo'n 7000 bezoekers. Daarna loopt het aantal bedevaartgangers geleidelijk terug, met een snelle daling in de jaren zeventig van de vorige eeuw. Maar nu is zelfs die herinnering aan dit “Rijke Roomsche Leven” helemaal in vergetelheid geraakt! Met de verbouwing van het kerkgebouw wordt in 2019 de Basisschool 'Torenlei', de buitenschoolse opvang en de peuterspeelzaal in het aangepaste gebouw ondergebracht.

Dan komen bij Café Schuttershof, dat In 2007 gekocht wordt door Coöperatie Esbeek om het laatste café in de dorpskern voor de toekomst te behouden als centraal ontmoetingspunt van de dorpsgemeenschap. Het is tevens de plek waar het Andreas Schotelmuseum is ondergebracht met wisseltentoonstellingen van de Rotterdamse graficus en etser Andreas Schotel (1896-1984). Hij begint als patroontekenaar op een Rotterdamse tapijtenfabriek. Tijdens de WOI is hij in Noord-Brabant gelegerd bij de grens met het door Duitsland bezette België. Als hij In 1916 uit dienst komt, gaat hij naar de Rotterdamse Kunstacademie en bekwaamt hij zich in de grafische kunsten. In 1922 komt hij in contact met Cornelis Sissingh, houtvester op het Landgoed de Utrecht, en woont een jaar met zijn gezin in de buurt van de brandtoren van Esbeek. Maar Esbeek blijft trekken en betrekt er in 1923 een klein zomerhuisje, De Schuttel genaamd, dat nog steeds bestaat. Hier brengt hij met zijn gezin de zomermaanden door. Andreas Schotel was communist, maar het contact met de plaatselijke bevolking getuigde van wederzijds respect. Dit komt tot uiting in zijn naturalistische etsen, die het landschap en de werkende mensen tonen. De laatsten worden uitgebeeld vanuit de schoonheid van de werkzaamheden en niet zozeer als aanklacht tegen armoede. Zijn etsen bieden nauwkeurige tijdsdocumenten van alles wat eens gewoon was maar geleidelijk verdween is om plaats te maken voor nieuwe zaken, die op hun beurt eveneens weer verdwenen zijn. Toch vindt Andreas Schotel pas erkenning op hoge leeftijd. In 1979 wordt in Esbeek de Stichting Vrienden van Andreas Schotel opgericht. Deze leent ook etsen uit aan de Esbeekse inwoners. In mei 2009 wordt het Andreas Schotel Museum geopend in de “Schuttershof”.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Esbeek - Museum Andreas Schotel
Café “Schuttershof” is de ideale plek voor een pauzeplek op deze rondwandeling voor een kopje koffie of thee. Een welkom rustmoment dat tevens de gelegenheid biedt om het Andreas Schotelmuseum te bezoeken!! Als we weer op pad gaan, laten we de bebouwing achter ons en steken we eerst de oude doorgaande weg van Hilvarenbeek naar Lage Mierde over om via de Groenstraat onder de N269 door richting Diessen te lopen. Aangekomen op de Y-splitsing slaan we rechtsaf en volgen het asfalt tot we voorbij Kwekerij Van Dommelen en de wegversmalling bij het eerste zandpad linksaf slaan tot aan KNP82. Hier gaat de route naar rechts op de oostelijke oever van het Spruitenstroompje. We volgen de kleine waterloop, steken de Larestraat over en wandelen richting KNP83. Weer op de Groenstraat slaan we linksaf en komen verderop met de bocht naar links bij KNP83. Hier op de Y-splitsing wandelen we naar links. Het asfalt gaat na goed 200 meter over in een brede zandweg, die aan het einde uitkomt op de Kinderlaan met zicht op de holes van Golfbaan Midden-Brabant, een natuurlijk begroeide bosbaan, die ingepast is in het typisch Brabantse coulisselandschap met waterpartijen, veel solitaire bomen en bospartijen.

Linksaf op het asfalt wandelen we tot we na 400 meter bij KNP53 staan. We kiezen hier voor het pad door het bos achter de sluitboom. Dit bospad lopen we helemaal uit tot op het asfalt van de Prins Hendriklaan. We gaan even naar rechts en nemen dan het eerste bospad naar links en lopen dit tot op het kruispunt van bospaden bij KNP54, waar we naar rechts richting KNP9 wandelen. Achter de sluitboom komen we op het brede half verharde pad van de Dunsedijk. Linksaf komen we langs een langgerekt wit huisje met zijn kleine ruitjes en frisse, rood-witte zandlopervensterluikjes. Over de Dunse brug passeren we Reusel om even verderop het weggetje naar Herberg "In den Bockenreyder", opnieuw een rustmoment en even van de route af te gaan.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Esbeek - Op pad in Landgoed De Utrecht
Herberg “In den Bockenreyder” is een horecacomplex op een groot boerenerf, dat omsloten wordt door een boerderij, stallen en schuren en een klein, intiem woninkje onder een rieten dak. Dit gebouwtje is de oorspronkelijke Herberg "In den Bockenreyder", waarvan de naam ontsproten is in de gedachten van de oude Janus de Bruin, die hier ooit gewoond heeft. Hij moet over een geweldige fantasie beschikt hebben om de verhalen van de "bokkenrijders", die vooral in de Kempen op de winteravonden aan de haardvuren de ronde gedaan hebben, hier tot leven te brengen. Het kleine optrekje heeft een interieur dat helemaal beantwoordt aan de van buiten gewekte verwachtingen: blank geschuurde houten tafels vol richels, rechte Brabantse, overigens rood geschilderde stoelen, petroleumlampen, een klein buffetje en een open houtvuur met de zwartberoete "moor" aan de "haal" er boven en een miniatuurdraaiboom er naast. De historie van het huisje gaat niet veel verder terug dan vóór WOII, maar de sfeer van het geheel wel, en ze geeft het gevoel, dat je hier eigenlijk niet met stadsschoenen maar met klompen aan de voeten moet zitten, zeker als je ziet dat de vloer met zand bestrooid is. Het is een waardige plek om op de rondwandeling neer te strijken onder het genot van een drankje!

Vanaf Herberg “In den Bockenreyder” rest nog een laatste traject terug naar het vertrekpunt Ontmoetingscentrum Voor Anker. We lopen terug naar het fietspad, waar we even naar rechts wandelen tot we weer op de Dunsedijk staan. Op deze splitsing volgen we naar links de aanduiding richting Wellenseind over het brede onverharde pad van de Dunsedijk. Aangekomen bij de schuilhut met picknickplek zien we schuin rechts voor ons de aanduiding van Landgoed Wellenseind. Pas in 2019 is het 130 hectare grote landgoed voor het publiek toegankelijk. Maar je kunt het landgoed alleen bezoeken via de entree bij het ontmoetingscentrum Voor Anker aan de Dunsedijk, waar zich ook een restaurant en een streekwinkel bevindt. Landgoed Wellenseind is een relatief jong landgoed. In 1915 is dit gebied aangekocht door textielfabrikant Henri Van Puijenbroek, die er een landgoed sticht en tot ontginning overgaat. Het boerderijtje wordt verbouwd tot jachthuis en er komt een heidetuin. De rest wordt met naaldhout beplant en nabij de beken ontstaat een broekbos. Het gebied wordt ontwatert om de houtproductie rendabel te maken, maar de kwel is sterker, zodat dit mislukt. Uiteindelijk laat hij een sluizensysteem aanleggen. Na zijn dood wordt het landgoed verkocht aan Fortis, de toenmalige eigenaar van Landgoed de Utrecht, die het in 2000 weer verkoopt aan Jan Zeeman, de oprichter van de gelijknamige winkelketen. Jan Zeeman stelt het in mei 2019 open voor bezoekers.

Wij blijven op de Dunsedijk de route volgen voorbij aan Empelaer Stoeterij bij KNP12 tot we na goed een kilometer de parkeerplaats bij Ontmoetingscentrum Voor Anker van Landgoed Wellenseind bereiken. Hier sluiten we onze rondwandeling af met een gezellige nazit.

Charles Aerssens

KAARTEN:

- Wandelroute uitgezet in eigen beheer






Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gewijzigd en aangepast op 03-01-2020 door C.P.J. Aerssens